De driedubbele mitrailleurkazematten
bevinden zich zowel links als rechts van de spuisluizen op een
plateau tussen de sluizen en de voorhaven. De bijna identieke
kazematten zijn net als werk I en II gespiegeld van elkaar gebouwd om
het schootveld in de zelfde richting te krijgen. De kazematten hebben
een brede borstwering waar zich drie open opstellingen voor een
machinegeweer bevinden. Onder deze opstelling is een kleine
munitieruimte aanwezig die werd afgesloten met een stalendeur. Het
werk heeft twee ingangen die werden verdedigt door een
ingangsverdediging. Via de ingangen kwam men in een centralehal
waarna men de rest van de bunker kon betreden. Eigenlijk zijn werk IX
en X twee aan elkaar gebouwde enkele mitrailleurkazematten wat ook
goed te zien aan de dikke dilatatievoeg die dwars door de bunker heen
loopt. De kazemat was uitgerust met drie mitrailleurs die stonden
opgesteld in een speciaal daarvoor ontworpen ruimte. In deze ruimte
stond en staat nog steeds de zware hardhouten voetplaat waar de
mitrailleur opstond. Via de kleine schietopeningen stond er één
mitrailleur op de sluizen gericht, één mitrailleur op de naast
gelegen weg, en één mitrailleur op de voorhaven en het
achtergelegen land.